een gewone vrijdag in november

November is begonnen en jee wat zie ik op tegen Andy zijn sterfmaand.  En ik zat al niet zo lekker in mijn vel door de pijn van de artrose ’s nachts. Hopelijk helpen de antidepressiva om me iets prettiger te voelen. Wederom teruggeworpen op mezelf door de strengere Coronaregels; gelukkig zijn er nog steeds genoeg lieve mensen om me heen.  Ik ben een mooi boek aan het lezen over rouw; ik lees één hoofdstuk per dag om het goed te laten bezinken. Het heet Helpen bij verlies en verdriet van Manu Keirse. Het geeft me wel mooie inzichten en overtuigt me dat ik niet gek aan het worden ben van verdriet en dat alles wat ik denk, mijn twijfels, mijn boosheid, mijn wanhoop, mijn twijfel of ik ooit nog naar muziek kan luisteren zonder bij ieder nummer in tranen uit te barsten vanwege een zin in de tekst. Dit alles is allemaal onderdeel van het rouwproces.

En nu dan bijna een jaar verder; het is nog niet over. Het is er soms in alle hevigheid, net als de eerste dag na het overlijden. En gek genoeg kan ik even daarna ook weer lachen om een goede grap of blij zijn met de blauwe lucht.

Ik hik tegen 18 november aan, omdat we dan een jaar verder zijn en het dan voelt alsof het dan wel klaar moet zijn. Ik vertelde dat vanmiddag aan mijn nichtje en terwijl ik het zei wist ik dat ik dat mezelf opleg. Niet iemand anders; het is mijn eigen perceptie dat verdriet na 12 maanden wel minder/over moet zijn. En weet je: dat is niet zo. Het gemis duurt eeuwig, maar ik moet het verdriet zien te verweven in mijn nieuwe leven. Volgens het boek ben ik dan aanbeland in de derde taak van de rouwarbeid (arbeid: ja, want rouwen is hard werken) en dat is Aanpassen aan de wereld na verlies. Gelukkig, dat klopt, want dat schreef ik al in mijn vorige blog. Mooie vergelijking in het boek: je blijft achter als een wagon zonder locomotief. Het is het aanleren van nieuwe vaardigheden en een andere invulling vinden voor de rollen die hij vervulde. En jazeker: ik kan verven. Mijn identiteit hing samen met Andy weet ik nu en ik ben aan het onderzoeken welke vrouw ik ben zonder hem. En dat is ook leuk en nieuw.

Mijn werk is leuk, fijn om weer aan de slag te zijn en de concentratie gaat ook steeds beter. Ook ik werk vanuit huis, de ene keer zit ik in de woonkamer en de andere keer ga ik in mijn werkkamer zitten met een beter uitzicht. De vergaderingen zijn meestal aan het begin van de ochtend, zodat ik daarna op mijn gemak het verslag uit kan werken.

Vandaag naar de garage met mijn auto voor de keuring. Ik kom binnen en de monteur zegt: U komt voor een kleine beurt? Ik kijk hem aan en zeg: nou, ik niet, maar mijn auto wel. Hij moest er ook om lachen. Helaas blijken mijn remmen voor vervangen te moeten worden en economisch gezien had ik misschien een andere keuze ’s ochtends moeten kiezen. Haha, grapje.

Wat een heerlijk weer was het de afgelopen dagen; heerlijk de was buiten kunnen drogen. Morgen (eindelijk) naar de duinen bij de Amsterdamse Waterleidingen om herten te spotten en te fotograferen. Mijn vriendin noemt het een schoolreisje en zo voelt het ook. Vroeg naar bed, boterhammen smeren, nat washandje en een vuilniszak. Fijn weekend allemaal!