Van Honda naar Citroen
Deze week was ik onderweg van huis naar mijn werk in Nieuwegein en ik stond in de file. Een herinnering kwam voorbij: hier kreeg ik mijn eerste bekeuring! Mijn ouders hadden me een auto beloofd als ik mijn rijbewijs zou halen, dus ik was al lang aan het bedenken welke auto ik wilde: het zou een witte Honda Civic worden! Mijn broer haalde eerder zijn rijbewijs dan ik, logisch, hij was ouder. En die kreeg een Porsche! Nou, zo extreem wilde ik ook niet. Maar ik stelde wel de wens voor mijn auto bij: het moest dan maar een Honda Prelude worden. Ook een sportwagen, mét open dak. En als gadget wilde ik zo'n stereotoren erin. In november 1982 was het dan zover: mijn rijbewijs en mijn rode Honda Prelude. Oh, oh, wat was ik er blij mee. Ik kreeg meteen zakgeldverhoging, want ja, hier moest wel benzine in. Het was even soebatten met mijn vader, maar het werd 125 gulden in de week. Hartstikke veel geld natuurlijk, hiervan ging ongeveer 65 op aan tanken en de rest ging letterlijk in rook op van sigaretten en uitgaan. Van de week sprak ik een schoolvriendin van de basisschool en we hadden het erover dat we het beiden thuis financieel gewoon hartstikke goed hadden. Maar dat het voor ons, heel normaal was. Het was zoals het was. Voor ons niet bijzonder, maar hoe bijzonder het was, daar kwam ik pas achter toen ik zelf kinderen kreeg en hen bijvoorbeeld niet een auto kon geven toen ze hun rijbewijs haalden.